Dyslexie en de hersenen



Copyright © 2020 Braams Deventer; publiceren op welke wijze dan ook is niet toegestaan.
 
Niets gaat er bij mensen vanzelf. Je hersenen moeten alles voor je regelen. Ze zorgen ervoor dat je kunt ademen en kunt voelen, dat je kunt bewegen en dingen kunt onthouden. Zelfs als je slaapt, zijn je hersenen nog aan het werk! Ook bij alles wat taal is, of je nu woorden hoort, woorden spreekt, woorden leest of woorden schrijft, worden je hersenen aan het werk gezet.



  
In de hersenen zijn veel gebieden die hun eigen taak hebben. Op het plaatje hiernaast hebben verschillende stukken een eigen kleur gekregen. Het blauwe stuk zorgt voor de bewegingen van je lichaam. Daar wordt bijvoorbeeld een seintje naar je hand gestuurd als je iets wilt pakken. Het gele stuk is voor het gevoel. Als je je vinger brandt, sturen de zenuwen een seintje naar dit gebied. De hersenen sturen dan een seintje terug: hand terugtrekken! Het groene stuk is voor het zien. De ogen sturen daar de informatie heen. De ogen weten niet wat ze zien, het zijn een soort camera´s, ze nemen de informatie op en sturen het door naar de visuele hersenen. Daar wordt uitgezocht wat de ogen hebben gezien. Pas als het door de visuele hersenen is verwerkt, snap je wat je ziet. De rode stukken zijn de taalgebieden. Daar wordt alles geregeld wat met praten, horen, lezen en schrijven te maken heeft.

Bij het lezen zien de ogen de letters en de woorden. Die worden naar het visuele hersengebied gebracht (het groene stuk in het plaatje hierboven). Daar wordt de vorm van de letters herkend. 
Bijvoorbeeld: heeft de letter twee stokjes, naar welke kant zit het bolletje, is het een grote letter of een kleine. Daarna gaat de informatie naar het achterste taalgebied (het rode gebiedje wat tegen het groene gebied aan ligt). Dat gebied is heel erg belangrijk voor het lezen. Dat achterste taalgebied mag je gerust de taalcomputer van de hersenen noemen. Alle woorden die je hoort of uitspreekt worden daar vliegensvlug verwerkt. Bij dyslectische kinderen gaat het precies zo, alleen een klein beetje langzamer.

Daardoor hebben dyslectische kinderen bij het horen wat meer last van lawaai om zich heen. Soms kunnen ze bij het praten niet zo snel op een woord komen. Bij het schrijven maken ze vaak veel meer fouten. Het leren lezen gaat veel moeilijker. Ze blijven vaak ook wat langzamer lezen. Het leren van dingen die je uit je hoofd moet weten, kost veel meer moeite (bijvoorbeeld de tafels, topo, woordjes voor de vreemde talen).

De dyslexie zit dus in je hersenen. Je komt er niet meer van af… Je blijft het je hele leven. Maar je kunt er wel veel aan doen. Je kunt je hersenen trainen, zodat je minder last van je dyslexie hebt. Met goede hulp kan bijna elk kind goed leren lezen. De meeste kinderen met dyslexie kunnen ook redelijk leren spellen.

Meestal is het erfelijk: er zijn vast meer mensen in jouw familie die het hebben. Ik ken een familie waarvan alle kinderen dyslectisch zijn (vader en moeder zijn het ook)!

Tom Braams

 
Direct aanmelden